“Kamer moet bij Toeslagen zelf in de spiegel kijken” schreef Tjeenk Willink in het NRC.
Het is toch vreemd dat mensen als Omtzigt geen brede steun hebben gekregen in hun pogingen om informatie te krijgen en om misstanden voor het voetlicht te brengen?
Wat maakt dat er niet in de spiegel gekeken is? Wat zou er dan in die spiegel te zien zijn?
Even los van de toeslagenaffaire.
Wie van de kamerleden gelooft zelf oprecht dat het niet meetellen van de CO2-uitstoot van biomassacentrales en vliegtuigen een oplossing biedt voor het milieuprobleem van de CO2-uitstoot?
In de praktijk zien we echter kamerleden die zich hebben verbonden aan fractiestandpunten en dat fractiestandpunten in coalities tot beleid worden verheven. Zo is steun ontstaan voor beleid.
In de praktijk van de begeleiding van mensen met trauma kom ik tegen dat het langdurig inperken van de vrije wil traumatiserend werkt. Het niet kunnen leven in overeenstemming met je eigen persoonlijk geweten werkt traumatiserend. Zelfs als dit wordt ingegeven door de behoefte ergens bij te horen.
Eenzelfde fenomeen is overigens ook zichtbaar in het reguliere opstellingenwerk. De strijd tussen het persoonlijk geweten en het groepsgeweten. Er wordt altijd een dure prijs betaald.
Het is pijnlijk om niet te mogen doen wat je wilt. Niet te mogen stemmen voor iets waar je echt in gelooft. Natuurlijk hebben ook Tweede Kamerleden deze vrijheid feitelijk wel. Alleen, welke prijs moeten ze betalen als ze deze vrijheid willen genieten? Hoor je er dan nog wel bij?
Een mechanisme om met trauma om te gaan is om de traumatiserende gevoelens af te splitsen en om overlevingsdelen te installeren, die tot doel hebben om deze traumagevoelens niet meer te hoeven voelen. Vaak is dit niet een bewust, maar een onbewust proces.
Eén van de overlevingsmechanismes is het wegkijken. Het net doen alsof het niet bestaat. Als ik er niet naar kijk en niet aan denk, bestaat het niet.
Het gevoel slachtoffer te zijn (ik kon echt niet anders) kan leiden tot daderschap. Van het trauma van het slachtofferschap naar het trauma van het daderschap. Zo wordt het toekennen van een toeslag een affaire.
Als ik in de spiegel kijk, zie ik mezelf
Als ik naar jou kijk, zie ik mezelf ook,
maar dan door jouw ogen.
Ik wens de Kamer morgen de ruimte om naar zichzelf te kijken. Door een spiegel en door de ogen van de ander. Geef het trauma een gezicht.